Het pingelt boven dat het een lieve lust is. In canon, met een interval, piept mijn wasteam gezamenlijk het volkslied der was-apparatuur. Ja, dat bestaat. Het fluitsignaal is tevens het einde van een lange rij wassen dit weekend. Alles is weer schoon en fris, net als mijn humeur.
We hadden natuurlijk sinds deze zomer al gemak van onze Sammie, de nieuwe droger. Wat een heerlijkheid. Natte was stop ik in zijn buik (er past 7 kilo in haleluja), daarna doe ik de deur dicht en verder heb ik er geen omkijken meer naar. Het lijkt alsof Sam er lang over doet, maar wanneer hij op zijn sokken aanvoelt dat mijn was klaar is, dan besteed hij er ook geen enkele overdreven minuut meer aan en zingt hij zijn eindtune. Nog altijd fluit ik beneden mee, als ik het hoor. Het stemt me vrolijk en dankbaar, vooral omdat ik de was niet meer aan de lijn hoef te hangen, luiaard die ik door de komst van Sammie ben geworden.
Het leven werd een sprookje alleen duren sprookjes helaas nooit lang. Van het ene op het andere moment begon dit keer waszuster Aegje kuren te vertonen. Er bleef telkens water in haar trommel staan. Of ze bleef maar bliepen in codetaal, dat er nog schuim in haar buik verstopt zat en dat was toch echt niet zo. Ik kon niet uitvogelen of ze met een wasbeurt nou wel iets had gedaan of niet. Ze had dan wel wat gerammeld maar meer ook niet. Ik kon dus ook niet de boel afpompen en centrifugeren, geen idee of de zooi nou wel of niet gewassen was. Gek werd ik ervan, net als van het ontcijferen van haar idiote display boodschappen.
De voorrijkosten voor inspectie van onze ooit tweedehands aangeschafte Aegje bleken duurder dan Aegje zelf ooit geweest was. Na een flinke zoektocht op Google naar specificaties en wensen, kwamen we uit bij opnieuw de blauwe vrachtwagen. Het werd Siem, ook van Duitschen bloed, alleen heeft hij betere kwaliteiten en recensies dan zijn zuster Aegje.
Ook met Siem is het even wennen, want het is me er een. Hij neemt overal flink de tijd voor. Bijna vier uur trekt hij uit voor een eko-wasje. Daar staat tegenover dat hij onze energierekening flink gaat reduceren. Hopen we, met zijn AAA+++— zoveel. (geen idee wat dat nu precies is). Daarnaast is Siem vooral een stille Willie, met name in eco-stand. Vanmorgen heb ik tot drie keer toe zijn ademhaling gecheckt want ik was er van overtuigd dat Siem was overleden. Niets van dat alles, mijn rode handdoeken draaiden vrolijk rond in zijn buik, die maar liefst ruimte biedt aan acht kilogrammen wasgoed. Ook hij zingt een vrolijk deuntje wanneer hij klaar is.
Het zijn maar apparaten, maar wanneer ze beiden zingen dat ze klaar zijn ben ik zo ongelooflijk gelukkig met mijn wasbroeders. Sam en mijn Siem, mijn niet-biologisch afbreekbare maar zeer ecologisch uitgebalanceerde wasteam.
7 reacties
Ik krijg spontaan zin om een was te gaan draaien. We moesten die van ons ook maar eens een naam geven. Dat is een stuk vrolijker. Leuk stuk.
Ik ben echt erg. Alles of bijna alles in en om het huis heeft wel een naam. Zelfs onze auto’s (maar daar schrijf ik over dus dat is mogelijk al wel bekend) 😂
Wat die auto’s wist ik. Aegje is ook een heerlijke. 😊
Mijn fornuis heet Francesco. (Vrije vertaling van el Forno) 😬😬
Nou dan kan ik niet achterblijven: de tweeling Emiel en Emiel staan boven op elkaar in het washok. Wat ben je toch grappig.
Ik vind Emiel anders ook leuk gevonden! 😉
Leuk