Badje

In mijn kleine ondernemerskoninkrijk is weer wat ruis ontstaan. Opnieuw woedt er een stevige interne discussie met in de hoofdrol mijn interne azijnzeiker.

“Minder loondienst; méér Fijnbedraad, juffie Wolff,” blaft hij. Mijn hart giechelt: zij is wijzer. Ze kent haar pappenheimers intussen een beetje en laat zich niet meer voor het karretje van het een of andere stemmetje spannen.
 
Volgens Koning-Kan-ik-Niet, mijn interne azijnzeiker, moet ik absoluut iets ondernemen met een coachingstraject, een weggever voor de website of een E-book. Liefst ook nog voordat iedereen op vakantie gaat, want anders is het te laat. “Doe anders iets met modules,” tettert hij in mijn gehoorgang.  

Mijn tenen tintelen, die weten namelijk allang hoe het zit en wat of hoe er gaat gebeuren. Welke richting het zaakje voortgaat. Er komt geen traject, er komen geen modules. Mijn hart ligt bij werken in het klein en dat doe ik het liefst via “Schrijf jezelf” en “Vind je zin”. Dat vinden mijn klanten inmiddels ook.

Beide varianten geven klein geluk in de vorm van zetjes in de goede richting, van binnenuit, zodat je die richting altijd opnieuw kunt aanroepen en je nooit écht kunt verdwalen, als je de weg even niet meer weet.

Bovendien verkeer ik nog heerlijk onderin in het boogje van mijn eigen heldenreis, het badje dat niet-weten heet en waar het op het ogenblik nog heerlijk toeven is. Een beetje prutsen, klungelen en proberen. Het drijft, borrelt, pruttelt en ademt leven. Ook onder water.
 
“Eens zul je uit dat zwembad moeten klimmen, juffie Wolff” buldert Koning Kan-ik-Niet.
“Dat zal best,” antwoord ik. “En toch blijf ik tot die tijd lekker hier drijven. Het voelt heerlijk. Misschien zou jij jezelf dat ook eens mogen gunnen, in plaats van dat je mijn hoofd en mijn gedachten vervuilt met jouw smerige alwetende woordenbrij. Je praat poep,” roep ik boos richting Koning Kan-ik-Niet.
 
Zwijgend bestudeert hij de scheef geknipte nagels van zijn tenen, die uit zijn zomersandalen steken (ja, die heeft hij). Voor het eerst in zijn en mijn carrière heb ik beet. In de stilte die ontstaat, zie ik de kroon scheef zakken, op zijn hoofd. Koning-Kan-ik-Niet. Hij opent zijn mond, om hem direct weer te sluiten.

Één nul. Voor mij. Wat zeg ik? Het is drie-nul en de stilte in mijn hoofd klinkt oorverdovend. Zo kan ook ik even verstillen, om in mezelf te zakken op zoek naar mijn eigen wensen en mijn eigen vragen. Mijn dromen. Over wat ík in dit leven wil.

Wie deelt komt nooit tekort

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading