In februari 2013 beloofde ik plechtig beterschap aan de vriendinnen van mijn moeder. Ik zou haar planten in leven laten. De eerlijkheid gebiedt me te vertellen dat mams en ik al een stilzwijgend verbond van vervangen hadden gesloten maar vriendschap overstijgt en dus legde ik mijn groene eed tot de zorg voor mijn moeders planten af op straffe van boetedoening.
In den beginne van mijn nieuwe jaartelling zonder moeder, maart 2013, kocht ik vijf planten. Plechtig beloofde ik deze tot mijn eigen dood in leven te houden want een overlijden doet rare dingen met een mens en dus ook met mij. Tussen 2013 en 2014 kan ik eervol en plechtig zweren dat er geen enkele plant verloren is gegaan.
Daarna kwam de klad erin en legde de Hedera,de lievelingsplant van mijn moeder, als eerste het loodje. Omdat ik niet alleen wist hoeveel mijn moeder van het plantje hield maar mijn pappenheimer kende en dus ook wist waar zij ze geregeld kocht, sloeg ik een stil kruisje en fietste ik naar Landsmeer, om een nieuwe Hedera aan te schaffen, hetgeen geschiedde.
Zo ging dat een tijdje door. De ene keer overleed de varen, de andere keer de Anthurium. Zelfs een Dieffenbach, wars van kuren en ingewikkelde toestanden, heeft het in mijn huis niet mogen overleven. Nadat ik willekeurig welke plant overleden verklaarde, kocht ik dapper een nieuw gelijk uitziend exemplaar, om daarna schuldbewust boete te doen in een Amsterdamse schuilkerk, ergens in de Kalverstraat. Mocht ik ooit zoekraken: zij kennen mij en weten hoe ik eruit zie.
Er is echter één plantje dat ik niet met rust kan laten en tot vervelens toe met eigen leven bewaak. Het stelt weinig voor, het is slechts een miniem klein microscopisch waarneembaar klein cactusje. Maar ooit stond ze naast het ziekbed van mams, in een groene kikkerkop, afkomstig uit een zekere Amerikaanse hamburgertent. Mijn moeder kende twee liefdes: Mozart en haar kleinkind. Dus toen het kleinkindventje thuiskwam met een ijsbekerkikkerkop werd daar de cactus in gestoken. En die vorm van leven bewaak ik dus van harte.
De kikkerkop is inmiddels in de kliko beland. Want hoewel ik mijn moeders liefde deel voor het kleinkindventje, mijn zoon, weiger ik om zijn totemdieren uit de MaC in mijn leven toe te laten. Mijn moeders cactusje daarentegen verzorg ik nog immer liefdevol. Dat wil zeggen: in de periode dat het buiten licht is. In de wintermaanden doe ik de gordijnen steevast dicht met de groeten aan de buitenwereld. De kachel aan en het zal me jeuken wat er verder gebeurt.
Na drie maanden winterse gordijnensessies bleek er vorige week weinig over van het mini cactusje. Dapper heb ik haar gereanimeerd, uit de droge aarde getrokken en haar wortels (nou ja het droge kluitje) met lauw water overgoten. Dikke tranen vergoot ik over de vensterbank, vervuld van innig zelfmedelijden want ik heb immers verzaakt?
Vanmorgen, in de vroege maartse ochtendzon, bleek het tegendeel. Mijn cactusje, pardon, mijn moeders cactusje, is zeer beslist nog in het rijk der levenden. Ze is groen dus overleeft het wel. Gelukkig maar want morgen komen de vriendinnen van mijn moeder op visite.
Ik weet waar ik ben, komende maandagmorgen. Amsterdam, ergens in de Kalverstraat.

Plant
Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik
4 reacties
weer een mooi stukje!!!
Een echte overlever dus.
ot: Leuk dat kwam buurten. Je vroeg naar mijn duim. Ik schreef er een schrijfveer over. De balangrijkste vinger. http://ferrara-victoriene.blogspot.nl/2017/02/de-belangrijkste-vinger.html
Ik houd van jouw duim, Ferrara 🙂
Wat een hartverwarmend lief stukje! Zo zitten wij hier opgescheept met 4 sanseveria’s… Ik ben op zoek naar nieuwe potten ❤
Liefs en fijne middag met je moeders vriendinnen x