De hel van 2003

Grote witte vlokken dwarrelen sinds een klein uurtje naar beneden. Enerzijds vind ik het mooi, zo’n witte wereld maar praktisch gezien vind ik het vervelend. Eng, ook. Ooit ben ik in een late winter vast komen te zitten in de sneeuw, ergens in de binnenlanden van Alkmaar.
Een normaal mens had die dag niet in de auto gestapt, na de val van zestig dikke centimeters sneeuw. Ik deed dat wel. Iets met een belofte aan mijn moeder, die op haar beurt weer beloofd had om per trein naar haar tweelingzusje af te reizen. Ik zou mams dan weer ergens in de loop van de dag ergens in Noord Holland ophalen.
Al vroeg, halverwege de nacht, ging ik op weg. Voor de file uit want je weet het nooit. Met onze Volvo 740 station bakbeest want veilig. ABS en zulks. Ik moet zeggen, de snelwegen waren goed te begaan. De buitenwijken van Alkmaar waren ook goed te doen maar helaas, ergens in de binnenste binnenring ging het fout.
Het parkeerdek van mijn werk was afgesloten. Op zoek dan maar naar een parkeerplek op het parkeerterrein naast toren C. Op de drempel ervan bleef mijn grijze Volvo 740 koekblikbeest hangen. Op zijn buik. Niet meer voor- of achteruit te branden. In een busje, verder op het parkeerterrein, brandde licht. Dapper klopte ik op het raam met mijn hulpvraag. Overigens vergeet ik eerlijkheidshalve te melden, dat ik toen al in blinde paniek eerst 1 1 2 had gebeld.
De meneer in het busje was niet bereid mij te helpen. In half-Slavisch kon ik de vinkentering genieten en tandjes krijgen. Langzamerhand kwamen er collega’s langs, waarvan er één zowaar een schep achter in zijn auto had liggen en die bereid was, mij te helpen. Lacherig graafden we samen mijn Volvo uit. Volgend vraagstuk was, of het Volvobakbeest voor- of achterwiel aandrijving had. Nadat mijn collega dapper had geduwd teneinde wat beweging in de auto te krijgen, kwam hij proestend met verse resten sneeuw tussen zijn tanden achter mijn Volvo vandaan.
Vervolgens moest ik het terrein weer af want alles stond inmiddels vol geparkeerd met auto’s die wél over de drempel waren gekomen. Met de moed in mijn sneeuwlaarzen over het tweede drempeltje gestuiterd, op zoek naar een parkeerplek buiten het werkterrein. In de wijk. De breedte van de straat was gelijk aan de breedte van het dashboard van de Volvo. Elke bocht leidde tot een Weense winterwals met mijn eigen achterbumper.
Uiteindelijk reed ik de wijk schadevrij uit en kwam terecht bij het kanaal. Het was inmiddels licht geworden. Tenminste, iets van grauwgrijs licht schemerde tussen de vers vallende sneeuwvlokken door. In verband daarmee sloeg ik linksaf waar ik rechtsaf had gemoeten en een halfuur later reed ik de gemeente Anna Paulowna in.
Dapper de auto omgekeerd, langs het kanaal voorzichtig slippend naar huis gereden (volg de bordjes Amsterdam!) met het plan de trein te nemen. Kwart over vijf vertrokken en om één uur ’s middags kon ik de auto half op de stoep en op de weg voor ons huis parkeren want ook onze oprit was een onbegaanbare sneeuwmassa geworden. Na het raadplegen van teletekst (precies, geen smartfoon!) kwam ik erachter, dat het treinverkeer ongeveer tweeënhalve week vertraging had. Ik moest even iets wegslikken, heb vervolgens mijn werk gebeld en met het schaamrood op de kaken heb ik een snipperdag gevraagd. Nooit meer heb ik nadien in de sneeuw dúrven rijden.
Maandag gaat de puber op schoolreis, richting Londen. Hij moet al om zeven uur op school zijn. Met zijn koffer en zijn goede humeur. Er rijdt geen openbaar vervoer richting school. Er is sneeuw voorspeld.
Peentjes zweet ik. Daarnaast schijt ik peuken, drie kleuren stront en veel, heel veel bagger.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Wie deelt komt nooit tekort

8 reacties

  1. Heb hier wel even zitten grijnzen. 12 jaar geleden (in je verzekeringstijd?) en nog in je geheugen als een soort elfstedentocht. Je hebt die dag wel een kruisje verdiend.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading