“Dinsdag of woensdag zijn ze er, hoor,” zegt de opticienne. “Geeft u mij uw mobiele telefoonnummer, ik stuur u een berichtje wanneer ze er zijn.” Mijn telefoonnummer schrijf ik op een briefje -eerst checken want ik bel mezelf nooit- en de mevrouw zet het in de computer.
Het lijkt wat snel, drie, vier dagen na de bestelling van mijn recept. Meestal moet ik langer geduld hebben. Dat komt door de lens van mijn rechteroog. Die is ingewikkeld sterker dan de linker en moet vaak apart besteld worden, meestal uit verre oorden. De optiekdame legt uit dat zij een snelle lijn met de leverancier hebben. Ik besluit me er niet druk om te maken want ik kan er immers geen invloed op uitoefenen. Je suis Lettersmid, geen lenzensmid.
Anderhalve week later bel ik toch maar even, met de lenzenwinkel. “Ah, ja, dat is ook zo. We hebben inmiddels één lens binnen. De andere moet speciaal gemaakt dus dat duurt even.”
Dus toch.
“Begin volgende week verwacht ik hem hoor, je rechter lens,” zegt de lenzenman vrolijk. Volgende week woensdag bel ik ze opnieuw, spreken we af.
Het is wat met mijn oculus dextra met haar cilinder van min drie, die met contactlens kan worden ingekort tot min twee punt vijfenzeventig. Plus min drieënhalf aan dioptrieën. En asrichting honderdvijfenzestig. Ook nog.
“Rot oog, door jou lijk ik wel een schele blinde vink,” roep ik heel lelijk tegen mijn spiegelbeeld. Hopla. Mijn nieuwjaarsbelofte in week twee compleet aan gort.
Mijn pasgeplukte wenkbrauwen schieten omhoog, kijken me vrolijk aan, niet van zin zich te laten inpakken door een humeurige bui aan de andere kant van de spiegel. “Wat nou rot oog. Er is niks mis mee. Het is een bijzonder oog. Het is van jou en het is heel sterk.”
Grinnikend draai ik me van de spiegel af. Op die manier kan ik het natuurlijk ook bekijken. Dat rechteroog is inderdaad heel sterk. Zo sterk, dat je van verdomd goeie huize moet komen, wil je door mijn venster kunnen kijken om te zien.

Plant
Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik
Eén reactie
Vanwege nieuwe slijptechnieken en dunner glas is mijn linker jampotbodemglas (-5.25) steeds beter geworden, wat aanzien betreft dan. Ik heb een bril nodig om de lenzen op te zoeken, ben nooit aan die priegeldingen begonnen. Leuk, dat positieve inzicht op het eind, ik mag dat wel.