“Druk eens niet zo hard op mij, wil je?” klinkt het van beneden. Ik buig mijn hoofd. Ter hoogte van de shift-toets op mijn toetsenbord zie ik ‘n zuinig mondje bewegen.
“Ja hiero,” klinkt het.
“Wij, dat wil zeggen alle 26 letters van het alfabet, het numerieke peloton plus de leestekens, zijn er klaar mee. Wij vinden dat je meer trots mag zijn op wat je uit ons perst. Me dunkt, je schreef een boek. Wees daar eens trots op.”
Verbijsterd luister ik. Een boek? Oh gut ja, ik schreef een boek. Nou ja, een schriftje. Vier jaar geleden. Ik zie mezelf nog zitten, in de boekwinkel, in mijn speciaal gekochte schrijfjurk, die een bijna tovenaarsachtige uitstraling had met zwarte, paarse, gele en donkerblauwe tinten.
“Telkens wanneer jij je je boek níet noemt, doe je jezelf én ons tekort. Plus de mensen die in jou geloven en die vier jaar geleden voor je in die rij stonden in de boekwinkel. Die nog steeds af en toe met een glimlach en een grijns dat boek van jou uit de kast pakken om nog eens terug te lezen. Omdat ze inmiddels zelf in een verbouwing zijn beland. Of omdat ze gewoon graag iets van je lezen, en trots zijn op het feit dat ze jou kennen.
Muts.”
“Wat?” vraag ik kwaad, “wat zei je daar als laatste?”
“Ik moest niezen,” hoor ik m’n toetsenbord snoeihard liegen.
Het klopt, ik noem dat boek eigenlijk nooit. En soms mag ik er door mijn eigen toetsenbord aan herinnerd worden aan wat ik eigenlijk allemaal kan. Is dat raar? Het zal. Ik vind dat er wel vreemdere dingen op deze wereld plaatsvinden. Bovendien werkt mijn brein nu eenmaal zo: door een gesprek met een houten doosje kan ik zomaar ineens een mooi woord bedenken of een mooie blogtitel vinden of trots zijn op iets wat ik voor elkaar heb gekregen.
Is dat raar?
Dat boek vind je overigens hier: https://www.bol.com/nl/nl/p/over-de-vloer/9200000095550190/?bltgh=jTiSKYcZyb66wWrqMbxJPA.2_9.10.ProductTitle
Eén reactie
Helemaal eens met je toetsenbord. Je mag best wat meer van jezelf overtuigd zijn.
Hoor je vast niet voor de eerste keer.