“Fifteen minutes before start”, klinkt het naast me, vanaf een schuin aflopend talud. Het is nauwelijks te verstaan door de straffe Noordwester, die genadeloos zowat de lenzen uit mijn ogen blaast en mijn neus verdooft.
Mijn omstandigheden zijn niets in vergelijking met die van junior, die onder mij (want brug) geduldig in zijn bootje wacht tot hij zijn peddels mag gaan ronddraaien.
Zo gaat dat nog drie keer door (tien minuten, 5 minuten en 2 minuten) en dan ineens klinkt het startschot, ter verlossing voor de wachtende kanovaarders. Veertien straffe kilometers liggen voor de boeg, van Monnickendam via Overleek naar Ilpendam, met een portage, en daarvandaan richting Noord Hollands kanaal, naar het clubhuis.
Ieder jaar roep ik dat ik deze kanomarathon ook wil meevaren maar elk jaar haak ik ook weer gracieus af. Tien kilometer kanoën kan ik, maar nog eens vier erbij en een portage is wat mij betreft een brug te ver. Ter uitleg: een portage wil zeggen dat je met je punt van je kano de kant in, nee ópvaart, eruit klautert, je kano beetpakt en gaat hollen tot het punt waar je weer met je kano het water in kunt. Noem het kano klûnen.
De tientallen kanovaarders schieten weg, aangemoedigd door het startschot én de toeschouwers, die voor dit evenement massaal zijn uitgelopen. Familie, bekenden, maar ook toeristen stoppen op de brug en aanschouwen -sommigen enigszins verbaasd- het tafereel. Terwijl ik mijn eigen junior zie weg peddelen, ga ik in gedachten de route na. Even later loop ik terug naar mijn auto, waarmee ik hem heb weggebracht.De auto is opgedekt met het kanorek. Ik zal terugrijden naar huis en dan de fiets pakken, met de rugzak met spullen van junior, en hem vervolgens ergens halverwege tegemoet fietsen.
Terwijl ik de provinciale weg opdraai bedenk ik me hoe paradoxaal dit is. Junior, die zijn eigen weg nu aan het vinden is, via allerlei kleine slootjes, dwars tegen de Noordwester in en ik, schakelend, hortend en stotend richting huis. Ik ben geen fan van autorijden en al helemaal niet wanneer ik moet schakelen. Honderd keer vraag ik me af waar hij zal peddelen en elk stoplicht is er een teveel. Wanneer ik eindelijk onze straat indraai, merk ik tot mijn ergernis dat er een dashboard lampje is gaan branden. Natuurlijk. Maar helaas, jammer, vandaag heb ik er geen tijd voor.
Ik parkeer keurig achteruit, schiet naar binnen en werk gauw twee boterhammetjes met pindakaas naar binnen. Ik verzamel de spullen van junior die hij –uiteraard- nonchalant op de achterbank van de auto heeft achtergelaten en zoek mijn mountainbike. Met redelijk slappe achterband verlaat ik huis en haard, om junior tegemoet te gaan fietsen.
Tot mijn verbazing vind ik hem al gauw terug, op het Noord Hollands kanaal en redelijk dichtbij de eindstreep. Apetrots ben ik, hij is nu al zoveel verder dan vorig jaar. Dik onder de anderhalf uur gevaren komt hij doodvermoeid en tegelijkertijd gelukkig met zijn tijd, aan bij de finish.
En vandaag, een dag na de race, kijken we samen naar de mogelijkheden van een HBO opleiding. Mijn kind, mijn techneut met tot voor een paar jaar geleden een verschrikkelijke hekel aan school, kijkt naar zijn mogelijkheden van een vervolg op het mechatronicagebeuren wat hij nu in Amsterdam volgt. Vooralsnog komen we uit bij de Haagse Hogeschool met een locatie op de TU-campus van Delft, en……. een mechatronica-opleiding aan de Hanzehogeschool in Groningen.
Even moet ik slikken.
Maar diep van binnen weet ik dat hij ook die route weer zelf zal uitzoeken én bevaren.

Plant
Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik
5 reacties
Groningen is heel mooi… Ver van jou, dicht bij ons 😊
Dat pad zal hij vast goed kiezen. Mooi geschreven lieve Odette ❤
Heel mooi maar Groningen pffffffff
Eindhoven dan maar? 🤓
Wat een leuk bericht. Hij staat op de rand van het nest. Waar blijft de tijd.
Zo speur je naar een geschikte school en zo doen ze vervolg HBO.
Ook voor moederkloek spannende tijden. Ik weet je schrijft niet veel over hem, maar toch hoop ik af en toe te horen hoe het hem gaat.
Tja en Groningen. Leuke stad, ik heb er lange tijd gewoond, maar wel een beetje uit de koers.
Gelukkig doet hij volgend jaar pas examen 🙂
Groningen, Eindhoven Delft. Dat zijn -mits de richting uiteraard niet verandert- de opties.
Het gaat hard, Ferrara. Zo sta je aan de poort van de kleuterschool en zo wandel je op een open dag van een ROC. Een zucht later kijk je vast vooruit naar HBO….