Bloembladeren Foto Zomer Citaat Instagram Post

Koffertje

“Laat los!” roep ik tegen mijn rechterhand. Krampachtig in de palm gevouwen vind ik een handvat, dat weer is vastgemaakt aan een geblokt koffertje. Nijdig schop ik er tegenaan. “Oprotten nou,” zeg ik. “Ik heb honderden, misschien wel duizenden euro’s uitgegeven aan verwerking en aan therapeuten en ik ben er nu echt klaar mee. Mag ik na bijna veertig jaar gewoon eens terugkijken op de fijne dingen die mijn vader ook was, behalve dat hij echt ontzettend dood is?”

Het koffertje zwijgt. Tja. Lekker makkelijk.

“Waarom mag ik er niet gewoon zijn?” hoor zachtjes naast mijn enkels. Ik kijk naar beneden en ontdek een murmelend mondje in het koffertje.

“Ik heb niets tegen jou persoonlijk,” zeg ik tegen het koffertje. “Ik heb iets tegen dat wat jij representeert, dat steeds maar blijft terugkomen. Na zoveel jaar weet ik het wel. Mijn vader was meer dan alleen maar dood, ik heb hem ook levend meegemaakt, snap je dat?”

“Jazeker,” zegt het koffertje. “Ik was erbij toen je iets ontdekte bij de vraag: “Als ik het verdriet loslaat, wat is er dan nog over van mijn vader, behalve dat hij heel erg dood is?”

Ik luister. Ademloos, want ik weet precies wanneer ik die vraag aan mezelf stelde. Boos en verdrietig tegelijk. Want ik wilde zo graag iets anders vinden van mijn vader behalve dan dat hij alleen maar erg dood was geweest. Er was meer.

Zo ontdekte ik niet alleen leuke foto’s van ons tweeën, maar ik ontdekte ook wat spiergeheugen inhoudt. Ik wist weer hoe koud het staal van de brommertank aanvoelde, als ik eventjes bij mijn vader voorop mocht zitten. Op het kleine stukje van de straat, over het grind en een heel rare bocht langs de appelboom, naar de schuur. Nog kan ik voelen hoe het grind onder de brommer verschoof.

“Ik zie dat jij weet waarover ik het heb,” spreekt het koffertje. “Dat was een mooie stap. Toen je het aandurfde om een energetische behandeling te nemen was ik zo blij voor je. En trots, omdat je bereid was iets achter te laten, namelijk de zekerheid dat niets meer hetzelfde zou aanvoelen. Je verlangen naar loslaten was gegroeid ten opzichte van de angst naar de vraag hoe weinig er van je vader zou achterblijven.”

Het klopt. Het klopt allemaal, niet te geloven, wie of wat is dat koffertje? Ik bekijk het eens van alle kanten. Geen vleugels, dus niet gestuurd door deze of gene van welke zijde dan ook. Het is er gewoon. En eigenlijk voelt ze best oké, dat koffertje.

Het is eigenlijk wel fijn dat ze er is. Want nu heb ik toch iemand gevonden, met wie ik over mijn vader kan praten.

“Weet je nog wat er gebeurde bij die sessie?” vraagt het koffertje. “Die sessie waarin je terug kon keren naar de oude slaapkamer van je ouders om echt afscheid van je vader te nemen? Het was zo mooi want ik hoorde meerdere malen de woorden “dank je wel” voorbijkomen en wel wederkerig, in twee stemmen.”

Ik ben verbijsterd dat koffer dit weet, want tot nog toe was ik de enige. Ik heb dat ook nooit uitgesproken, uit angst voor gek te worden versleten. Maar het is echt zo. Ik heb afscheid kunnen nemen van mijn vader en we hebben elkaar bedankt. Mijn vader dankte mij omdat ik hem heel lang in ere heb gehouden en ik heb mijn vader bedankt voor de jaren waarin hij er wel was. Voor het feit dat hij mijn nieuwsgierigheid aanwakkerde.

“Heb je nooit gemerkt dat ik die middag van je schouders ben afgeklommen? Heb je die lichtheid sindsdien niet gevoeld?” vraagt het koffertje verbaasd.

“Nee,” zeg ik wat beteuterd. “Ik heb wel lichtheid gevoeld, maar dat heb ik gekoppeld aan iets anders,” zeg ik verbaasd.

“Ik was het,” zegt het koffertje zacht. “Maar ondanks dat ik zoveel lichter werd, kon ik niet zo goed afscheid nemen van jou. Je hebt zo lang met mij gezeuld, me zo lang gedragen. Misschien wel te lang,” fluistert de koffer zachtjes.

“En toen durfde ik niet meer zomaar te vertrekken,” zegt het koffertje, terwijl ze haar handvat om krult. Er komt een gedachte bij me op. “Misschien hoef jij helemaal niet weg,” zeg ik peinzend. “Misschien is het wel de bedoeling dat we bij elkaar blijven. Maar mag ik je vragen om voortaan naast me te blijven en niet meer op mijn schouders? Want dan kan ik je af en toe op schoot trekken en je openmaken, om te kijken hoe het met je gaat. Zo kan ik zien of je iets nodig hebt. En jij kunt dat dan ook aan mij zien, in het kader van de wederkerigheid. ”

Koffer knikt. Ze trekt haar handvat in. “Laat mij gewoon hier staan. Als je me nodig hebt, weet je waar ik ben.” Het koffertje bonkt zichzelf naar de kapstok terwijl ze deze woorden uitspreekt. “En ik lust mijn koffie graag zwart,” zegt ze olijk. Het lijkt wel alsof ze knipoogt.

Bovenstaand stuk schreef ik naar aanleiding van de schrijfopdracht “Schrijf over maart” uit mijn facebookgroep “30 dagen schrijven.”

Maart blijft voor mij natuurlijk de maand van de dubbele bodem. Mijn geboortemaand en tegelijk een maand die altijd aan mijn hart zal blijven schudden, die de boel op zijn kop zet en mijn wereld omgooit. De vraag is, of dat erg is.

Wat dit stuk bijzonder maakt, is dat de vraag van het koffertje: “Mag ik er niet gewoon zijn? ” letterlijk opkwam in de paardenbak vorige week, bij Angi en Dada. Het gebeurde tijdens een kennismaking met paardencoaching, dat ik cadeau had gekregen. Aan beide paarden heb ik letterlijk gevraagd: “mag ik gewoon even zijn, zonder vraag, zonder iets, zonder gedachten?”

Wie deelt komt nooit tekort

4 reacties

  1. Ach wat mooi, het koffertje en de vorderingen die je maakt. Mag ik dat zeggen? Eigenlijk is de koffer een mooiere metafoor dan een rugzak, die moet je hoe, licht ook, toch op je nek nemen. Staat goed onder de trap, altijd onder handbereik. 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading