Leven in een zandkasteel

Met een schep en een emmertje staat Zola buiten. Een deel van het kozijn is vannacht ingestort, door de koude Noordwester die over het strand voortjaagt.

Het torentje van vader, waar hij zijn recepten van kruidenbrouwsels schreef, zakt ook langzaam scheef. Zola ziet haar vader nog zó zitten. Licht voorovergebogen achter het houten bureau met de acht lades, die elk hun eigen schat bevatten.

Meestal papieren, maar ook doosjes gevuld met wierook en met salie, tegen de boze geesten. Zola ruikt soms nog de geur van sandelhout, als ze bovenkomt. Zelf brandt ze geen wierook of salie want het slaat op haar gevoelige luchtwegen. Dan is ze uren onaangenaam aan het hoesten en krijgt ze een branderige keel.

Met haar schep plakt ze vers zand op de loszittende delen van het raam. Dat is weer stevig. Maar voor hoe lang? Soms verlangt ze naar een echt huis, van hout of misschien wel van stenen. Liefst aan zee of in elk geval in de buurt. Zonder zilte lucht, de harde wind en het aanhoudende gekrijs van de zilvermeeuwen gedijt ze niet. Ze gaat ook nooit langer dan twee dagen van zee weg. Het is te sterk, net als de branding die woest tegen haar tekeer gaat.

Soms gaat Zola uit. Af en toe gaat ze op date met Steven van de vuurtoren, een stukje verder weg. Hij woont in het duin, de witte muren van zijn toren zijn zichtbaar tussen het wapperende helmgras. Steven is een ontzettend leuke jongen met een mooie kop – inclusief inhoud. Hij kookt ook fantastisch lekkere mosselen. Die 648 traptreden, tja. Dat nekt haar dus. Steven is claustrofobisch aangelegd: een lift komt er dus niet.

Zola zucht. Dan ineens, terwijl ze haar schepjes schoonspoelt in het opkomende water, ontdekt ze een lange gedaante naast haar in het water. “Sorry, niet schrikken, ik ben per ongeluk hier aangespoeld,” zegt de gedaante. Een prachtige jonge blonde man ligt naast haar. Hij schudt een beetje.

Zola kijkt naar waar zijn benen zouden moeten zitten. Een vissenstaart zwiept vrolijk op en neer. “Afslag gemist bij IJmuiden,” zegt hij vrolijk. “Heb jij toevallig een goeie espresso in je zandkasteel?”

Uit: 30 dagen schrijven. De opdracht: Schrijf over het leven in een zandkasteel.

Wie deelt komt nooit tekort

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading