Hallo mensen, hier ben ik dan. De draad van Odette.
Ik bevat vele kleuren en ben al oud, bijna 55 jaar. Ik kom dus uit de seventies dus ben van nature gekleurd met oranje, groen en bruin. In de loop van de tijd hebben zich daar blauw, paars, roze en rood bij gevoegd. Als ik soms terugkijk denk ik wel eens: wat een zootje, het lijkt nergens op.
Maar als ik dát denk, ben ik eigenlijk niet met mezelf bezig. Als ik mezelf een zootje vind, dan kijk ik teveel om me heen en dat moet ik niet doen want dan vergeet ik mijn eigen kleur en ga ik mezelf met een nieuwe kleur, die ik dan mooi vind, mengen. Dan verander ik een beetje mee in die andere kleur. Toch klopt het nooit helemaal want dan vergeet ik dat ik zelf al een mooie kleur in me heb zitten en als ik teveel kleur of textuur van de ander opneem, lijkt het nergens meer op en al helemaal niet meer op mezelf.
Daarnaast haal ik graag gekke fratsen uit en doe ik rare dansjes. Op mijn hoofd staan, springen. Liefst met anderen, zodat ik nog wel eens verstrikt raak in wat andere draden willen of doen en dan kom ik niet meer zo mooi uit. Dan kan ik ook niet meer ondersteunen maar zoek ik zelf steun en verander ik in een vraagbaak vol zelftwijfel die om de mening van anderen vraagt en bevestiging zoekt en dat voelt niet prettig.
Wat ik dan nodig heb is een plek om rustig te zitten, zonder al te veel bemoeienis van andere mensen. Om mezelf te ont-wikkelen van kleur, textuur en de meningen van anderen waarmee ik mezelf per abuis heb omkleed. Ont-wikkelen doe ik het liefst in de stilte en liefst in de donkerte. Mijn onderbelichte kanten hoeven niet in het spotlicht, een zacht kaarslicht is voldoende om te ontdekken waar de knoop of de lus zit en dan kan ik verder. Die donkere kanten belicht ik op een ander moment, wanneer ik erover deel. Want dat doe ik.
In dat donker ga ik elke knoop die is ontstaan door het toevoegen van een ander draadje, het mengen van kleur of verstrikkingen door gekke danspassen, na. Stuk voor stuk ontwar ik de knopen en maak mezelf los van datgene wat niet van mij is, zodat mijn eigen pure draadje, vol nieuwe kleuren, overblijft. Dat is de verrassing. Elke beweging of indruk van buitenaf en van binnen, heeft zich in het donker kunnen voeden en dan kom ik als nieuw tevoorschijn.
Herboren, fris gesponnen, met nieuwe kleurtjes die ineens wel heel goed gemengd blijken te zijn, omdat ik me die kleuren en pasjes eigen heb gemaakt. Waardoor het onderdeel is geworden van wie ik ben.
Ik houd van de kwetsbaarheid die daarin ontstaat, die het mogelijk maakt om van mijn knopen en de vreemde gemêleerde kleuren door mijn draad heen te leren houden en ze te omarmen, omdat ze mijn basis verstevigen. Daardoor kan ik me ook kwetsbaar opstellen, zonder dat ik kwetsbaar ben.
Kwetsbaarheid tonen is iets anders dan kwetsbaar zijn. Dat is het verschil en dat draag ik graag uit. Ik mag dan kale plekken hebben, ik ben niet broos. Ik ben stevig door een goed fundament in mijn weefstelsel dus ik breek niet. Ik ben heel: dat was ik al en dat blijf ik. Ook als ik wordt doorgeknipt.
Ik houd van andere draden die openstaan voor uitwisselen en delen. Die hier en daar ook ene vreemde knoop dragen, of een afwijkende kleur hebben. Voor mij is dat een teken dat we elkaar blijven zien in onze afwijkende verschijningen.
Ik heb weinig op met draden waarbij de wederkerigheid ontbreekt. Of die zich niet kwetsbaar kunnen opstellen en continu pochen over hun pracht en welke dingen ze allemaal hebben gemaakt of waar ze allemaal in zijn verweven. Dag hoor! Dan haak ik af en glijdt mijn draad ook af. Soms geeft dat óók een knoop, die ik dan later weer mag ontwarren.
Toch ben ik niet voorzichtig in het opzoeken van andere draden want ik leer steeds meer welke draden bij me passen. Ik ga voor natuurlijke materialen, Geen polyester, viscose of andere rommel. Het liefst heb ik wol: net als mijn taal lekker zacht en wollig. Veel ook. Elk woord doet ertoe en mijn draad is lang. Dat is ook de reden waarom mijn taal uit vele woorden bestaat. Ik leerde vele synoniemen en metaforen in verschillende talen en die probeer ik allemaal, onderweg.
In elk bijwoord wat ik maar kan vinden.
Dit stuk komt uit één van de schrijfopdrachten uit “Winterkeren”. Nacht 10: Verbinding ervaren met het grote geheel.
6 reacties
Weer echt een stuk je van jouw eigenste! Genieten. En wij genieten mee.
Ha, Ellen, wat leuk om te lezen dat ik herkenbaar ben gebleven in mijn schrijfwerk. Dat was ook de bedoeling 😉
Dank je wel voor je woorden. En je complimenten.
Prachtig!
Ik zeg strik er om heen in welke kleur je ook maar wil.
Ont-wikkelen kan soms in-gewikkeld zijn.
Enne, mij moeder zei altijd; goed genaaid zit vastgenaaid😂😂
Ja, dat zeg je mooi! Ont-wikkelen kan soms in-gewikkeld zijn.
Wow, wat prachtig verwoord waar het om gaat in het leven van je eigen IK. Zo herkenbaar. Ik denk gelijk aan het keltisch tekenen waarbij je een lange draad dubbel tekent die over elkaar ligt en waar je dan de knopen (draad op draad) gaat ontknopen. De ene er overheen en de volgende er onderdoor en zo verder. Na je verhaal krijg ik de behoefte dat snel weer eens te gaan doen. Dank voor het delen.
Ha Judith,
Dank voor je reactie. Wat een mooie vergelijking, die Keltische knoop. Misschien werkt het ook wel zo. 😉