Toen ik omviel, leek het me verstandig om een ontspanningsmassage te boeken. Dan kon ik een weekje later vast wel weer aan de slag. Dat liep anders.
Inmiddels ben ik aan de derde sessie massage beland. Ik onderga dit bij een holistische masseur, iemand die niet alleen naar het lichaam kijkt maar ook naar wat er nog meer speelt. En dat is best interessant voor iemand die tot twee weken geleden nog geloofde dat een mens uit drie delen bestond namelijk een hoofd, een lichaam dat moest doen wat het hoofd vertelde en nog iets van een spirit.
“Vorige week was het heel heilzaam,” zeg ik tegen de masseuse. “Ik weet niet wat je precies doet, maar mijn onderrug is als nieuw. En het lijkt wel alsof je iets van mijn schouders hebt weggenomen waardoor ik het niet meer draag. Dat voelt heel fijn en licht.” De masseuse knikt vriendelijk. De woorden rollen mijn mond uit, ik merk dat ik aan het ratelen ben. Toch klopt het, ik heb ’t zo echt gevoeld vorige week.
“Hoe zit je deze week in je energie?” vraagt de vrouw.
Ik kijk naar de punten van mijn schoenen, de gekleurde kindergympen. De kleuren trekken niet echt door naar de rest van mij, ze blijven hangen in de schoen. In mij woont het grauwe grijs. Bizar, vanmorgen voelde ik me nog niet zo. Komt vast door het weer.
“Er komt van alles boven,” antwoord ik tot mijn eigen verbazing. “Van de week had ik het met iemand over het begrip tijd. Namelijk dat veel dingen in mijn leven te vroeg kwamen, of te laat zijn vertrokken.”
“Interessant,” zegt de dame. “Geef daar eens een voorbeeld van.”
Natuurlijk. Dan komt het altijd weer uit op dat ene cruciale punt in mijn leven. Het overlijden van mijn vader. Abrupt uit het leven getrokken, de bang te vroeg afgekapt, doorgesneden nog voor ze werd opgebouwd. Wanneer je zestien bent, vind je alles van je ouders vreemd. Mijn vader is overleden terwijl ik hem nooit als volwassene heb kunnen waarderen. Dat is lastig en bovendien is het pijnlijk. Maar wat heeft dat in vredesnaam met het nu van doen? En met grenzen?
Ze vraagt waar mijn vader staat op dit moment, in mijn leven. Ik heb werkelijk geen idee. Met mijn moeder is dat anders, dat afscheid was zo heel anders, met alles dat is uitgesproken en klaar was. De masseuse vraagt of ik mijn vaders aanwezigheid kan voelen. “Alleen in de tuin, als ik aan het snoeien ben,” flap ik eruit. Het is ook zo, in huis heb ik dat niet. Maar zo is dat nou eenmaal.
Twee uur, liters snot en zoute tranen later heb ik het gevoel dat ik leeg geknepen ben. Op elke beweging adem ik keurig mee, precies zoals de masseuse tevoren heeft uitgelegd. Tot mijn eigen verbazing voel ik me alsof ik tijdens de behandeling aan de goede kant wordt geplaatst, wat dat ook moge zijn. Het is alsof ik een geestelijke reis maak, helemaal alleen en toch voel ik me geen moment eenzaam. Ik voel me gedragen.
Ineens brandt mijn rechterbil, precies op de plek die mijn vader vroeger aanwees wanneer hij een spit-aanval had. De pijn zakt af, gaat weg. Mijn bovenrug voelt soepel, elastisch. Op mijn schouderbladen jeukt het een beetje. Mijn lichaam koelt af aan de achterzijde, ijzig koud krijg ik het. Mijn huid voelt echter normaal. Ik schrik ervan, krijg ik een boodschap? Zou sterven zo voelen? Even later voel ik tot mijn opluchting de warmte via mijn tenen terug in mijn lijf stromen. Mijn thermostaat werkt nog.
Nog wat bibberend en diep onder de indruk lig ik op de massagetafel. De masseuse oogt vermoeid. “Wat er gebeurde kan ik niet verklaren,” hoor ik haar zeggen. “Maar deze keer heb je veel losgelaten.” Vanbinnen hoor ik een zacht stemmetje fluisteren. “Ga je nou maar eens met jezelf bemoeien.”
De ochtend is na wat uurtjes slapen ineens middag geworden. Ik ben óp en tegelijkertijd verkwikt. Mijn hoofd en schouders voelen soepel. Ik ga mijn aandacht verleggen naar mensen die er wél zijn, te beginnen met mezelf.
Eén reactie
Echt doen hoor!! Je was daar al mee begonnen toch en het leek goed te gaan.
Vallen en opstaan het gaat je lukken!