Iemand schreef me: “Bo was niet alleen jouw hond, jij was Bo’s mens.”
Het kwam binnen: de tranen liepen over mijn wangen. Vandaag deden we een lange wandeling, met de zus-van en met de mensen van Bo.
Manlief en ik. Het geamputeerde gezin, want gevoelsmatig is er natuurlijk een plekje over in de auto. In huis. Net als dat er een bakje over is en een riempje.
We reden richting de kust, waar we regelmatig wandelen. De overgebleven prinses vindt het overigens allemaal prima: ze snuffelt vaker en lijkt wat minder gespannen te zijn wanneer er andere honden bij haar in de buurt komen. Ook daaraan wordt vrolijk gesnuffeld en voort, gaat ze weer.
Haar eigen gang, zoals ze eigenlijk altijd al gedaan heeft. Ergens vermoeden wij dat Bibi een poes is, vermomd als hond.
Onderweg door het glooiende duinlandschap realiseerde ik me, dat we exact vier weken geleden precies hetzelfde rondje liepen, maar dan met een hondje meer. In de straffe wind (een nawaai van Polly) en met een felle regenbui. Manlief en ik mopperden over het mulle zand, dat veel kracht van onze enkels vroeg. Middelbaar, hè.
Vandaag liep het een beetje anders. Niet alleen wandelden we met andere ogen en een ander gevoel: door de vele regen in de afgelopen weken was het zand letterlijk de bodem ingeklonken dus het liep eigenlijk best lekker. Onderweg vroeg ik me af: hoe lopen we over twee weken? En waar precies?
Vakantie. Waar we naartoe gaan, liggen ook aardig wat pootafdrukjes van Bo. Klauterpartijen zelfs, langs hoge kliffen. Achgos toch.
Een lik aan mijn been trekt me ogenblikkelijk in het hier-en-nu. Prinses Bibi kijkt omhoog, kwispelend staartje van de blij wegens wandelen in het duingebied.
Ik maak me los van mijn gedachten. Zet de ene voet voor de andere. Geniet van de omgeving.
En van het moment.

Op de terugweg had de prinses duidelijk geen zin meer gehad in haar eigen mandje en zat prinsesheerlijk op de achterbank. Iets met eigen-zinnigheid.
2 reacties
Koester prinses Bibi met al haar eigenzinnigheid. Deze zin slaat ook weer nergens op want dat doen jullie al. Maar niet reageren is ook zo kaal.
Ik vind het een prachtzin! 😉