Voorzichtig geef ik haar een arm, help haar over de drempel naar buiten. Huiverig staan we in het maartse zonlicht. Zo in de zon oogt ze broos. Houterig lopen we naar het busje, wat klaarstaat. Ik til haar de bus in en met wat schuifwerk zit ze veilig achterin.
Even later geef ik haar zuster dezelfde arm en samen struikelen we richting de stoep. Ze geeft een stevige tegendruk op mijn arm, die richting mijn tenen lijkt te groeien. Ik parkeer haar voorzichtig naast haar zus, achterin het busje. Beiden krijgen gordels om. Een beugel om de voeten, zodat ze niet onverwachts in de bus kunnen verschuiven. Veiligheid voor alles. Via vele kleine grachtjes bereiken we uiteindelijk de hoofdweg.
Een kostbare vracht, deze twee bejaarde dames uit Leiden. Hoe oud ze zijn weet niemand precies maar ze stammen ergens uit de vorige eeuw, te zien aan de licht verschoten kleur van hun kledij. Toen ik ze samen op de foto zag, eergisteren, wilde ik nog maar een ding. Heel graag mijn leven met ze delen en liefdevol voor ze zorgen. Mijn gezinsleden moest ik eerst nog overtuigen maar na het zien van de foto waren ook zij verloren.
Samen aangeboden, wegens leeftijd en zorgvraag niet meer te huisvesten. Ja, zo gaat dat, in een jong gezin. Zorg en zorg gaan niet altijd samen. En nu gaan ze vanuit Leiden, zo hupsakee naar Amsterdam, om daar hun oude dag door te brengen. Natuurlijk hoop ik dat ze het net zo fijn zullen vinden als ik en dat de liefde wederzijds is.
De bus draait onze oprit op. “We zijn er, dames,” zeg ik opgewekt. Een voor een help ik ze behoedzaam uit het busje. Een van de dames laat van schrik haar hand los, waardoor ze bijna achterover klapt in het grind. Nog net kan ik haar beetgrijpen. Mijn rug protesteert. Drie keer de sleutel omdraaien, de schuifdeur openen en dan schuifelen we voorzichtig achter elkaar naar binnen.
“ Welkom dames”, zeg ik lachend. “Welkom in het betonpaleis. Mogen jullie hier nog lang en gelukkig blijven staan. We gaan met jullie lezen, muziek luisteren en veel kletsen.” Voorzichtig laat ik me in een van de dames zakken. Het stoeltje protesteert krakend. Mijn rug, op de proef gesteld door het vervoer, komt tot rust. Even later probeer ik de andere stoel. De armleuning van dit exemplaar is losgeschoten maar dat valt prima te lijmen, volgens lief.
Tevreden zucht ik even diep. Blij met met mijn oude Leidsen.

Plant
Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik
6 reacties
Mooi.
Dank je, Emmy
Sjees, dacht ik. Wat doet ze nou, ze zou het toch rustiger aan doen, gelukkig ga je genieten van twee stoelen. Wat leuk beschreven!
Al een asbak op een poot? Die hoort er wel tussen. Op naar de Kook of zoiets.
Geen asbak lieve Ferrara. Gestopt. Zulks komt er nooit meer in. Ook niet voor de sier 🙂
Ha ha grappig hoor! Via marktplaats? Je houdt de spanning tot op het laats erin!
Haha! Met een grote glimlach gelezen. Geniet ervan met de dames ;-))