“Mijn ene grote teen was al geamputeerd,” vertelt de patiënt, terwijl we met bed en al de lift in rijden. “En nu gaat de tweede ook bonken, kloppen en moeilijk doen,” vervolgt hij.
“Suikerziekte meneer? Diabetes?” vraagt mijn collega. “Nee,” hoor ik de patiënt zeggen. “Eigen schuld. Teveel gezopen in dit leven. En ik geloof niet, dat ik ooit nog loop.”
Even is de stilte in de lift oorverdovend. Waar diabetes in de regel vaak op medeleven en empathie kan rekenen, wekt een verslaving weerstand op. Afstand, ook. Plus gedachten en gevoelens van medelijden, schuld en schaamte.
Ik ben ervan overtuigd dat niemand er vrijwillig voor kiest om ergens verslaafd aan te raken. Ik kan in elk geval niet bedenken ooit ergens mijn handtekening te hebben gezet om bijna dertig jaar te “moeten” roken. En om eerlijk te zijn, beken ik u bij dezen dat ik qua drank ook niet onschuldig of zonder zonde ben. Ook hiervoor kan ik me niet heugen dat ik ergens een kruisje zette met “doe nog maar een fles”. Toch gebeurde het tot eind 2019 regelmatig.
Zoals ik het zie bestaat er niemand die elke dag vrijwillig twee pakjes sigaretten aansteekt om zich in nevelen te hullen, of liters drank wegwerkt om z’n slokdarm eens een lekkere booster te geven. Niemand verpest zijn neusschotje uit vrije wil met drugs. Verslaving gaat in mijn optiek over wegrennen, vluchten, ontkennen en vooral niet (jezelf) willen zijn waar je bent. Bovenal gaat verslaving naar mijn mening gepaard met een gebrek aan verbinding. Die met jezelf.
Verslaving is een geniepig iets. Het verandert je brein fysiek. Voorgoed. Stoppen met een verslaving vraagt dan ook meer dan alleen wilskracht en motivatie. Het vergt moed om je leven beter in te richten dan dat je deed. Het vraagt vertrouwen. In jezelf en in anderen. Herstel betekent een dringend en brandend verlangen om van jezelf te (durven) houden.
Zelfliefde loopt op haar beurt hand in hand met verbinding, wat ervoor zorgt dat je liefdevollere en gezondere keuzes voor jezelf mag maken. Op ieder vlak. Namelijk vanuit het hart en niet vanuit de monsters die bij tijd en wijle ín ons leven en (negatieve) aandacht vragen.
“Voor wat het waard is meneer, ik vind het zuur,” zeg ik. “Er is moed voor nodig om uit te spreken wat u ons zojuist hebt verteld. U betaalt een hoge prijs.”
De rest van de rit wordt vervolgd in gepaste stilte, elk van ons in eigen gedachten verzonken.
Wanneer ik even later terugloop naar mijn “stek”, in afwachting van de volgende rit, kauwt mijn brein op verschillende gedachtewolkjes, met in de hoofdrol de vraag of ik nog iets anders voor deze patiënt kan betekenen. Mijn rationele ik beslist dat mijn invloed deze keer beperkt blijft tot een ritje.
Met hart en ziel. Dat wel.
4 reacties
De één betaald tol en een ander zijn tenen…
Bizar….
Klopt, Son.
En sommigen glippen heel soms – net als in de gewone wereld – door de mazen van het net.
Je hebt het goede gezegd en de man in zijn waarde gelaten.
Ik vond het ook echt heel dapper van die man, Ferrara. Zo’n biecht verdiept waarde en respect….