Na twee weken griep vond ik dat ik weer voorzichtig kon gaan hardlopen. Geen koorts gehad, rustig aan gedaan.
De kwart marathon van Egmond had ik inmiddels aan een hardloopster uit Eindhoven overgedaan, die zielsgelukkig was te kunnen starten. Een wijs besluit, vond ik.
Alle signalen stonden op groen. Ik heb daarom rustig een eindje door de polder gesjokt, muziekje op het hoofd om de benen te temperen op het ritme van de muziek. Het ging heerlijk, wel in tempo slak, maar voor het eerst maakte het me niet uit.
De dinsdag erop weer fijn naar mijn cluppie afgereisd om weer eens samen te trainen. Ik had een streng beleid: rustig aan lopen, geen snelle sprintjes en ik zou van alles maximaal de helft doen. Dat is moeilijk als het lekker gaat maar leren luisteren naar je lichaam is ook een mooie les.
Op de baan aangekomen wilde ik rustig inlopen, tilde een van mijn voeten op om te gaan beginnen. Het tempo was dribbelen, dat wil zeggen tempo slak, dus zonder ingewikkelde sprinttoestanden. Direct voelde ik me door mn voet zakken, misstap, o jee. Beetje struikelen en hup, voorzichtig verder. Na een rondje inlopen besloot ik mijn benen even rond te bewegen (voeten roteren) en dit leverde geen problemen op. Ik weet nog dat ik opgelucht was, geen nieuw gedoe na de griep, geen uitstel, op naar 10 februari, naar Schoorl.
Na vier setjes van versnellingen (niet versneld, gewoon rustig gelopen, een voorteken?) te hebben gelopen plus nog een rustig rondje over de crossbaan (al met al 4km) besloot ik dat het genoeg was geweest. Géén ingewikkelde toestanden had ik mezelf immers beloofd. Op het moment dat ik rustig naar de kant draafde om uit te stappen, voelde ik een akelige pijn op een punt dat zowel een kuit als een Achilles tegelijk kunnen zijn. Voorzichtig even opgerekt. Het leek op te knappen.
Er volgde een pijnloze training, enkele dagen later, van 6,5 pijnvrije kilometers met een lichte stijging in het parcours. Probleemloos.
Op zondag 20 januari stond ik aan een ijskoude start van de Vondelparkloop. Niet goed opgewarmd (stom) en hard begonnen met rennen (het was min twee!). Na twee ronden van 3,5 km (eigenlijk wilde ik zó graag 10km doen) wist ik dat het linkeronderbeen een verloren zaak was. Au.
Sinds het bezoek aan de fysio (het is inmiddels in wederkerende vorm) weet ik, dat er een musculus Soleus bestaat. En bij mij heeft ie links een knauw opgelopen, met een bult of knoop en ziet blauw.
Voorlopig wordt er dus nog lang niet gehold door uw Lettersmid. Fietsen mag ik wel van de fysio, dus heeft mijn oude mountainbike een restauratiebeurt gehad van zoonlief (handigerd) en dit weekend hebben we de crosstrainer vanuit de schuur naar binnen verhuisd, om zodoende de conditie niet helemaal te laten vergaren.
U begrijpt: de Schoorl run op 10 februari van 10 kilometer krijgt de hartelijke groeten. De handdoek die je erbij krijgt na de loop, hangt nu al in de touwen. Vergeven aan wederom een fanatieke hardloopster.
Februari streep ik dus maar door van de kalender. Liever op naar maart, naar het voorjaar, richting het Olympisch ik-heb-een-crosstrainer-in-mn-slaapkamer-en-ik-gebruik-hem festival.
Ik kan niet wáchten.
Eén reactie
Oh dear, wat een pech. Het leert weer eens dat het lijf vol verraderlijke valkuilen zit, zoals spieren waarvan je niet weet dat je ze hebt, tot ze opspelen. Vind het echt hartstikke sneu voor je, hopelijk beleef je ook plezier aan de fiets. Beterschap gewenst.