Stedentrip

“Vijf uur was ik in Amsterdam op vakantie,” vertelt de jonge Deen, met een beteuterd gezicht en z’n arm in het gips.

Het was een vlotte reis geweest. Al gauw was het er gezellig en leuk geworden in een bar, ergens in de binnenstad. Niet in het minst door de drankjes die op vlot tempo werden aangevoerd.

Armpje drukken bleek echter geen goed idee met drank op dus de jongeman belandde met een gekreukelde arm en flink wat pijn op de Eerste Hulp en vervolgens in een ziekenhuisbed.

Met een collega breng ik hem naar de gipskamer. Het gips mag er even af, waarna de arm vakkundig en professioneel wordt gerepareerd op de OK door de orthopeed. Daarna gaat er weer nieuw gips omheen.

Tot mijn schrik zie ik de mobiel van de jongeman nog op z’n bed liggen. Tijdens de rit naar de OK vraag ik of hij misschien een foto van zijn arm wil, omwille van een goed verhaal, voor thuis.

Dat wil hij niet. Hij is te beschaamd over wat er gebeurd is. Ik begrijp het ergens wel en tegelijk schiet de gedachte door mijn hoofd dat we allemaal wel eens iets sufs doen of hebben gedaan. En wanneer de drank in de man zit, dan gaat iets doms doen erg gemakkelijk.

Eenmaal op de OK zet ik de jongeman een mutsje op en wens hem beterschap en succes en neem afscheid.
Zijn treurige gezicht zit me niet lekker, dus halverwege de holding draai ik weer om ik en loop terug.

“Wees niet te streng voor jezelf,” zeg ik. “Je bent maar één keer jong. En dat waren we ooit allemaal en deden we domme dingen. En trouwens: ik ken genoeg “volwassen” mensen die stomme dingen doen. Het is menselijk, we doen dat.”

Hij kijkt me aan en ik vervolg mijn betoog dat ik ven mening ben dat zijn straf van een gebroken vakantie wel genoeg is.
“En mijn arm,” zegt de man.

“Vergeet je gekneusde ego niet,” zeg ik grijnzend.

“Thank you m’am,” zegt de jongeman , terwijl zijn mondhoeken laten zien dat een glimlach weer mogelijk is.

Ik geef ‘m een vette knipoog en wens hem het beste.

Wie deelt komt nooit tekort

2 reacties

  1. Dearest, ooit gehoord van Herman Souer, ambulanceverpleegkundige die zijn ontmoetingen in een boekvormpje goot. ‘Brullen rond de brancard’. (nog bij bol.com) Als je genoeg van jouw soort verhalen hebt verzameld kun jij dat ook. Doen! Ik leerde hem kennen via de gevelstenenwereld.

    1. Ik heb erover gedacht, hard “nee” geroepen, maar sinds de verhalenmachine weer op gang komt, vind ik bundelen toch wel weer een aantrekkelijk idee. Wie weet…. 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading