21-2-2013 21-2-2023
Eenentwintig twee drieëntwintig.
Ik kan me voorstellen hoe je het zou hebben uitgesproken. Samen met je zus Odette. Jullie zouden er samen schalks bij hebben gelachen, met zo’n huppeltje tussen de cijfers. Creatievelingen, die overal altijd wel ergens iets van een grapje of van kunst in zagen.
Al tien jaar woon je niet meer bij ons. Toch ben je er nog wel want je bent nooit echt vertrokken. We spreken nog vaak over je, wat je deed en wat jij van bepaalde zaken zou hebben gevonden.
Van de energiecrisis bijvoorbeeld. Jij die met een Aladin op een kamertje in Amsterdam zat, te kleumen van de kou.
Je kleinkind woont samen met het liefste en mooiste meisje. Soms doet ze me aan jou denken, doordat ze een eigen stijl heeft die ze niet verloochent en dat vind ik mooi. Je zou haar niet één maar al je glimlachen hebben gegeven. En een vette knipoog, want we kennen onze eigenheimer van 23.
Hij studeert bijna af, jouw kleine (lange) jongen. Zijn spaargeld, van jou, heeft ie nog want hij is zuinig. (Meer nog dan z’n moeder)
Het is deze keer een grijze dinsdag. Wat doe jij allemaal intussen? De boel een beetje redden, liefkozen of lekker opschudden? Misschien is dat nodig. Want de wereld is een beetje raar geworden en mag wel wakker geschud worden. Het is vijf voor twaalf voor het klimaat. En misschien zelfs al tien over twaalf.
Een tijd geleden schreef ik over jou, over je eigenheid en je liefde voor een mensenleven, met zelfbeschikking boven alles. Dat ik daarom niet bang of angstig ben voor de dood, maar juist de herinnering aan een liefdevoller benadering ervan, koester.
Ware liefde zit van binnen. Samen met echte wijsheid. Eindelijk heb ik haar gevonden en ze zit inmiddels in mij verankerd. En er is maar één stem waar je naar hoeft te luisteren en dat is je eigen stem. Maar soms wordt deze overstemd door geschreeuw en gekrijs van anderen. Dan is het lastig luisteren in een wereld die gedomineerd wordt door schreeuwers.
Daarom, lieve mam, begon ik een eigen zaak om het vinden van je eigen stem uit te dragen aan mensen zoals jij en ik, die niet zeker zijn en gauw van hun stuk zijn gebracht door anderen. En dat komt niet omdat we niet weten wie we zijn, het komt doordat anderen hebben geleerd om harder te schreeuwen. Daar houden wij niet van. Wij zijn van de zachte fluisteringen.
Je eigen stem woont vanbinnen. Ik weet intussen waar en ik heb haar via Fijnbedraad al bij veel andere mensen mogen vinden. In letters, op papier. Want als je je eigen woorden hebt kunnen vinden heb je niet altijd een stem nodig. Dan is papier soms al genoeg.
Lieve mams, vier je aankomstdag hierboven, je bent in goed gezelschap. Dank je wel dat je mijn moeder was en ik jouw dochter mocht zijn. Het was me een genoegen.
En dat is het nog steeds. Iets banaals als de dood verandert er niks aan.

Ps: je harige kleinkinddochters zijn vorige maand maar liefst veertien geworden, dus 98. Inmiddels met wat minder tandjes, dat wel.
Hoe vind je die?
2 reacties
Mooi die combinatie van cijfers, mooi ook de brief aan je moeder. Tienerelf gaat afstuderen, waar blijft de tijd.
Pas bij het woord tienerelf viel het kwartje dat tijd echt, heel echt, voorbij vliegt… Hij studeert inderdaad binnenkort af. Zijn opoe moest eens weten… hij zou platgezoend worden. 😉