Uitje

“Dat is ook effe wat,” verzucht het stoeltje. “Wat zijn jullie met veel.”
Voorzichtig rekt ze zich uit.

Ik ben in Flori-World in Aalsmeer vanwege een zakelijk uitje. Als Fijnbedraad ben ik op stap met allemaal mede ondernemers via een netwerk evenement via LinkedIn, het zakelijk social media platform. Sommige ondernemers ken ik al heel lang, vanaf 2009, uit mijn Twitter carrière. Zij kennen mijn verhalen van de betonvloer, ze kennen het verhaal van mijn moeder en dat van mijn schoonmoeder, #missAlzheimer.

Het is een hartelijk weerzien en met anderen is het een feestelijke kennismaking. Intussen lopen we met 15 mensen door een enorme ruimte, wat ooit misschien de veilinghal is geweest, wie zal het zeggen? Het is een vrolijke boel, de hal is opgezet in verschillende ruimtes waarin je selfie’s kunt maken met je mobiele telefoon. Ook kun je foto’s maken in speciaal opgezette ruimtes. Natuurlijk veel met bloemen en planten.

Ineens hoor ik tot mijn verbazing een stemmetje schallen.

“Ja, zeg, hey hey. Dat gaat allemaal maar in en op mij zitten, laat zich door Jan en alleman digitaal vastleggen en het wordt gewoon nooit gevraagd hè? Of ík wel op de foto wil?”

Het is het stoeltje uit het plantenhoekje. Zachtjes knik ik. Eigenlijk is het natuurlijk wel zo. “Kom maar op,” nodig ik het stoeltje uit. “Vertel maar, dan ben je het kwijt.”

Het stoeltje neemt een diepe ademteug.
“Meestal vind ik het geweldig hoor, al die mensen om me heen. Ik houd ervan om verschillende talen te horen. Maar soms vind ik het gewoon druk. Vervelend. Met al die mensenbillen. Die kunnen prikken! Bonken, ook. En ploffen. Ik geloof dat ik op een topdag soms wel 300 billen bovenop me geprakt krijg. En er is niemand die zich even voorstelt. En soms laten ze nog windjes bovenop me ook,” zucht het stoeltje beledigd.

“Dat klinkt allemaal behoorlijk indrukwekkend,” zeg ik tegen het stoeltje.

“Ik weet ook precies wat iedereen weegt,” grijnst het stoeltje. “Ik zou ‘t kunnen roepen maar hey. Zo zit ik niet in elkaar.”

Een giechel van mijn kant kan ik nog net onderdrukken.

“Ik zou zo graag ophangbanden om me heen hebben gehad om te schommelen,” vertelt het stoeltje. Maar die heb ik dus niet. Nu ben ik geen stommerdje dus ga ik ‘s nachts soms even op schoot zitten bij het buurstoeltje, in het volgende hokje. Erg gezellig. Er is één nadeel: hij wil méér met mij. Terwijl ik wil schommelen; wil hij steeds met me zoenen. Maar hij geeft van die vieze natte klapzoenen en daar ben ik niet van.”

Gegiechel klinkt om me heen.
“Het is waar hoor,” zegt de zonnebloem in het vaasje aan de muur. “Wij muurlingen vinden ze wel ’n gezellig setje.”

Met een brede grijns loop ik verder. Ergens begint een nieuwe show.

Wie deelt komt nooit tekort

3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading