Sinds de zomer ben ik ervoor gevallen. Of eigenlijk ben ik erin gestapt. Onwennig maar na twee keer raakte ik hopeloos verliefd, verkocht en verknocht.
De eerste keer kwam ik met gekneusde knieën en beurse dijen uit het gevaarte gekropen. Ik had zo ontzettend mijn best gedaan om niet om te vallen dat mijn lijf compleet verkrampt raakte. Maar mijn missie was geslaagd: ik was niet omgevallen.
De tweede keer ging het iets beter, al dacht ik na een kwartier al aan omkeren, aanleggen en nooit meer instappen. Wat een gedoe en een gewiebel. Om nog niet te spreken over de onmogelijkheid om het gevaarte te besturen. Vier keer rechts peddelen en dan nog niet links af slaan. Mijn hersenhelften raakten ervan in de war.
Toch begon het kanovaren te kriebelen. En dus zocht ik ineens op marktplaats naar kano’s met een roertje. En ik vond er een. Een oudje maar nog in prima staat. In de Wormer, van een voormalig kanokampioen. Volgens de advertentie. Aangezien ik een sucker ben die valt voor dit soort verhalen was de koop gauw gesloten en bonden we mijn boot op het dak van de auto. Deze vakantie had ik een missie: ontdekken of kanoën iets voor mij was. In Frankrijk ligt de camping die wij terugkerend bezoeken namelijk aan een redelijk groot meer zodat dagelijks oefenen geen probleem is.
Waar ik normaal gesproken sportieve beloftes aan mezelf breek alsof het aardewerken koffiekopjes zijn verbaasde ik mezelf deze vakantie door dagelijks in mijn kano te kruipen en een rondje meer te varen. De beloning: na een week kon ik zomaar 500 meter achter elkaar varen. Mijn kind, zelf al jaren verwoed kanovaarder, toonde zich een geboren coach en leerde mij wat trucjes uit het vak. Per keer voelde ik me groeien, behendiger worden. Na drie weken vakantie aan het meer leverden vijf kilometer mij in augustus nauwelijks problemen op behalve dat ik niet als laatste wilde eindigen.
Als test heb ik in november tien kilometer gevaren. Want eigenlijk wil ik in april 2016 meedoen aan de Waterland marathon. Voor vrouwen en kinderen bedraagt deze tocht vijftien kilometers. Met een overdracht moment, noemt het een soort kanoklûnen. Boot uit het water, lopen met de boot in de hand en vervolgens de boot weer te water laten. Een gek plan? Jazeker. Hysterisch? Absoluut. Maar ik wil het. Al denken mijn winterse lui geraakte bi- en triceps daar inmiddels anders over dan een maandje of wat geleden. Maar ergens in mijn hoofd heeft zich een overtuiging genesteld dat ik het kan.
Dus.

Plant
Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik
7 reacties
Go for it! 😊 maar 15 km is wel heul veul hoor. Ik vind het stoer van je.
Het is vooral ook heel fijn om te doen…
Niet omdat het moet… maar omdat het kan! Heerlijk… geniet maar lekker van je hobby!
Dat roepen wij hier ook heel vaak 🙂
Heb jij mazzel met deze zachte winter, je kunt blijven trainen. Wens je succes.
Wat super en fijn ook, om alvast een uitdagingsdoel
voor het nieuwe jaar te hebben. Klinkt goed!
Fijne jaarwisseling voor jou en jouwen… X
Dank je wel Sandra. Ik wens je alle goeds in 2016 🙂