Zestien, negentien, tweeentwintig

Samen met een collega haal ik een meneer op bij de röntgen. Iets in de houding van de man waarschuwt me dat dit geen gewone rit wordt.

Eigenlijk zou hij nog wat uurtjes moeten blijven liggen, maar in overleg met de radioloog mag hij eerder weg. Zijn vriendin blijkt gevallen en heeft haar heup gebroken. En hij wil haar graag bezoeken. Vandaag nog.

Ineens, we zijn inmiddels in de lift beland, vouwt de man zijn handen voor zijn ogen. “Uitgezaaide longkanker,” vertelt hij zwaar geëmotioneerd. “En ik heb drie kinderen. Een van 16, van 19 en een van 22.”

Het gaat niet om de vriendin; het betreft meneer zelf. Vorige week sloeg de diagnose in als een bom. In de aanloop en hectiek naar de onderzoeken van vandaag, brak zijn vriendin haar heup en is hij hier vandaag alleen. Zij ligt in een ziekenhuis in een andere stad. Waar hij vandaag nog naartoe wil. Tijd is nu relatief geworden.

Ik vraag hem, of hij dat stuk zelf moet rijden maar gelukkig wordt hij gebracht.
“16, 19 en 22,” klinkt het gesmoord. “Hoe vertel ik zoiets?”

Mijn collega en ik weten beiden niet zo goed wat we kunnen zeggen, elk woord is teveel en tegelijk is het te weinig. We knikken, proberen toch troostende woorden te vinden en slikken ongezien iets weg achter onze mondkapjes.
Tegen de regels in knijpen we wat in de hand van de meneer en wrijven over zijn hoofd en over zijn armen. Het is stil in de lift, slechts het gezoem verraadt dat we stijgen.

We rijden meneer terug naar zijn kamer en lichten de verpleging in over zijn toestand en het overleg dat hij voerde met de artsen om binnen het uur te mogen worden ontslagen.

De rest van de middag maakt mijn hoofd rekensommetjes.
Iets met 16, 19 en 22.

Wie deelt komt nooit tekort

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Plant

Als ik zou kunnen praten…… Oh wacht. Dat doe ik nu. Eens zien, waar ga ik het over hebben? Andere vraag: wie ben ik? Ik

Lees verder »

Tussenruimte

Al een tijdje liep en loop ik te kauwen op een nieuw JA- woord. Wat me vol vuur het jaar zou inslingeren, aanslingeren, me over

Lees verder »

Woorden

Soms vloeien ze als stroop over je pannenkoek. Andere keren komen ze los met brokjes, die blijven haken in je keel en niet naar buiten

Lees verder »

Niet klassiek

Valentijnsdag, 2013. Er ligt sneeuw. Tussen december en nu is een flink pak gevallen en het blijft maar koud. De groep Zorgengelen die al enkele

Lees verder »

Nooit meer wat missen?

Loading