Ik had me iets voorgenomen.
Om elke maand even kort terug te blikken en vooruit te koekeloeren. Op elke eerste maandag van de maand.
Daar kwamen andere dingen tussen. Afspraken, “Zoompjes” en meetings. Ik merk dat ik minder terugkijk dan ik dacht of had gewild. Terwijl terugkijken voor mij een absolute noodzaak is om goed te functioneren. Niet voor niets organiseer ik Winterkeren en onderschrijf ik het belang van de dromen van toen, met wat er NU is voortgeomen.
Wanneer ik wél even tijd vrijmaak kom ik dingen tegen die me niet bevallen. Mijn eigen schrijfwerk bijvoorbeeld. Wat is dat voor broddelwerk met een aanzet tot actie? Waar zijn mijn eigen stukken, vanuit reflectie, van binnenuit?
Stuk voor stuk pak ik mijn notitieboekjes uit de kast. Dat zijn er nogal wat want ik noteer nooit iets in hetzelfde schrift. Stel je voor. Soms is dat onhandig, want wanneer ik een briljant plannetje wil terugzoeken ben ik soms zomaar uren verder doordat ik het juiste boekje niet kan vinden.
Maar is dat erg?
Tijdens het zoeken vind ik dingen terug. Mijn schrijfzin bijvoorbeeld. Of kwaliteiten, oude inzichten die destijds niet helemaal aansloegen en nu wel. Of antieke plannetjes die blijkbaar ineens op de juiste tijd uit mijn boekjes ploppen. De juiste tijd wil zeggen dat mijn buik erop aanslaat als ik lees en de beelden zich al voor mijn ogen schotelen.
Toen ik verder groef in elk van de boekjes ontdekte ik nog iets anders. In de aanloop naar nieuwe Maan heb ik de neiging de buitenwereld af te stoten. Opzouten allemaal. Logisch, de maan wordt donkerder, duister misschien zelfs wel. Tijd om de schaduwkantjes af te stoffen: wat speelt er? Daar hoeft niet iedereen bij op de voorste rij te zitten, al denk ik soms van wel.
Het is tijd om ook weer voor mezelf te gaan schrijven. Te blijven schrijven. Noodzaak voor de ziel: naar buiten met die hap. De afgelopen maanden heb ik ingeademd.
Tijd om uit te ademen.
Eén reactie
Nou, kom maar door dan. Kannie wachten.